Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [38]uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede [39]de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden [40]met een ijzeren roede; en [41]Hij treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods. 38. Zie van dit zwaard de verklaring vs.21. 39. Of volken; dat is, al de vijanden Zijner gemeente, die met den antichrist tegen Christus en Zijn rijk zullen aanspannen. Zie hiervoren hfdst.2 vs.26,27, waar deze plaats van den tweeden psalm ook op de leden van Christus wordt gepast. 40. Namelijk om die te vermorzelen als aarden vaten, dewijl zij zich door den staf van Zijn woord niet hebben laten leiden. 41. Dat is, vertreedt en verplettert de vijanden Gods, gelijk de druiven in een wijnpersbak van een sterk man gemakkelijk vertreden en vermorzeld worden. Zie hiervoor hfdst.14 vs.20; Jes.63:3, waar deze gelijkenis van Christus ook wordt gebruikt. Zie ook dergelijke in de Klaagliederen Jer.1:15.